zaterdag 23 mei 2009

“1948” door Koot en Bie

1948

Buiten huilt de wind om ’t huis

Maar de kachel staat te snorren op vier

Er hangt een lapje voor de brievenbus

En in de tochtigste kieren zit papier

Wij waren heel erg arm

En niemand hield van ons

Maar we hadden thee en nog geen tv

Maar wel radio en lange vingers

 

We gingen nog in bad

Haartjes nat, nog even op

Totdat vader zei: ‘Vooruit naar bed’

Dan kregen we een kruik mee

Gezichten op ’t behang

Maar niet echt van binnen bang

Toen was geluk heel gewoon

 

Buiten huilt de wind om ’t huis

Maar moeder breit een warme sjaal

En het ganzenbord op tafel stond er

De volgende morgen nog helemaal

Ook gingen wij naar ’t bos

Daar zijn we toen verdwaald

Van de weg geraakt, carrière gemaakt

Heel die pannenkoekensmaak vergeten

 

En Nederland herrees

Onder Drees, Fanny Blankers-Koen

Die won vier maal goud in Londen

Als je jokte was dat zonde

De legpuzzel kwam klaar

In het derde vredesjaar

Toen was geluk heel gewoon

 

Die schooltas bleek het eerste teken

Dat de zaak al was bekeken

Voor zover je zonder plichtsbesef

Je leven leed, je leven leed

 

Buiten huilt de wind om ’t huis

Maar binnen stond de kolenkit paraat

En de stoep waarop geknikkerd werd

En Nederland was groot

En niemand ging nog dood

En gezelligheid kende nauwelijks tijd

Bij waxinelichtjes van Verkade

 

Oorspronkelijke titel: Alone Again / Tekst en muziek Gilbert O’Sullivan

Nederlandse tekst: Kees van Kooten en Wim de Bie / 1972

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.

Caddie in het Panbos

Het is 1963. Ik ben 14 jaar en fiets veel en graag in de omgeving van Utrecht. In het Panbos richting Bosch en Duin zijn golfbanen. Een voo...