zondag 18 november 2007

13. BIJZONDER JENEVERBES STRUWEEL BIJ ELP

De jeneverbes ‘Juniperus communis’ staat op de heide. De boom of struik heeft verschillende vormen, van een mooie slanke pilaar tot een breed uitgegroeid bosje. De struiken staan alleen of in groepen bij elkaar. Zo ’n groep noemen we een struweel. Op het Westerveld bij Elp is zo’n struweel.

De jeneverbes is in Nederland al duizenden jaren aanwezig. Onze voorouders gebruikten hem als kruiderij in hun voeding, voor brandhout en hekwerken. Ze maakten siervoorwerpen van het mooie blanke hout.

Maar het gaat niet goed met de jeneverbes. Al tientallen jaren vinden we maar weinig jonge struikjes, blijkbaar komen de zaden niet meer uit. Het grootste deel van de struiken is zo oud dat ze allerlei gebreken gaan vertonen. Daardoor is de toekomst van de jeneverbes onzeker.
Oeroude verschijning, voor veel doeleinden gebruikt
Jeneverbessen hebben zich circa 12.000 jaar geleden in onze omgeving gevestigd. Trekvogels brachten hun zaden uit zuidelijker streken mee. Toepassingen waren ondermeer het verbranden van hout om met de rook de lucht te zuiveren. Besmettelijke ziekten, waaronder de pest, wilde men zo verdrijven. Aan de boerderijen hing men takken op tegen blikseminslag.

De bessen wekken de eetlust op. Zij worden nog steeds in gerechten gebruikt. Een lekkere zuurkoolschotel zonder jeneverbessen is ondenkbaar. Maar ook een sausje bij wildgerechten en varkensvlees wordt heerlijk dank zij de kruidige smaak. Al vanaf de 17de eeuw worden de bessen gebruikt bij de bereiding van jenever. Dit drankje dankt zijn naam aan de bes en niet andersom.
Van komen en gaan

Door toedoen van de mens heeft de jeneverbes perioden van uitbreiding en neergang gekend. De Jeneverbes kon zich sterk uitbreiden toen na de middeleeuwen veel zandverstuivingen ontstonden. Dat kwam door de tienduizenden schapen die de hei vertrapten. Bij de opheffing van de schaapskuddes, in het begin van de 20ste eeuw, kreeg de Jeneverbes alle kans om uit te groeien tot struwelen. Daarna ging de jeneverbes achteruit, omdat de heide dichtgroeide en het bos zich uitbreidde. Nu komt de soort vooral nog voor op stuifzanden en in droge heide, bijvoorbeeld in Drenthe op het Elper-Westerveld staat een bijzonder jeneverbes struweel.

Wie wil genieten van de jeneverbes kan het beste een wandeling maken. De jeneverbessen zijn in alle jaargetijden groen. In mei bloeien ze, vrij onopvallend. Maar wie dan aan de takken schudt, ziet wolken stuifmeel. In najaar en winter is het lekker geheimzinnig, met mist of rijp.

Bedreigingen
In de natuur worden de bessen graag gegeten door vogels muizen en kevers, want ze hebben een hoge voedingswaarde. Door de schaduw en het grote wortelstelsel van bomen wordt de jeneverbes verdrongen. Ook brand en stormen plegen aanslagen op de struwelen.

Palmen


In Drenthe wordt de jeneverbes palm (of palmboom, palmbos) genoemd. Andere veel voorkomende Drentse namen zijn: palm, damberen en waogholt.

Op de bres voor de jeneverbes. Zie: Jeneverbesgilde.nl

Kijk ook op: Waggel Jan en de Jeneverbes
Lees ook wat het Drents Landschap over de jeneverbes schrijft.

Informatie:
mailto:jan@veldwerknederland.nl
Jan van Ginkel
Stichting Veldwerk Nederland
Zuideresweg 10
9441 TZ Orvelte


Tekst: Jan van Ginkel / Foto's: Nico Jan Stijne

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.

Caddie in het Panbos

Het is 1963. Ik ben 14 jaar en fiets veel en graag in de omgeving van Utrecht. In het Panbos richting Bosch en Duin zijn golfbanen. Een voo...